De trend van steeds groter wordende porties is niet alleen iets van de laatste jaren. Het blijkt dat op het schilderij ‘Laatste Avondmaal’ door de eeuwen heen de afgebeelde hoeveelheid eten steeds groter werd. Op schilderijen van de afgelopen 400 jaar is de portie van de maaltijd gemiddeld 70% groter dan op schilderijen uit de periode 1000-1300 na Christus.
Bron: Smartsize me. Steenhuis, Poelman en Overtoom.
Door je brein voor de gek te houden en veranderingen in gewoontes aan te brengen, kun je ongemerkt een stuk minder gaan eten. Deze kleine psychologische trucs zorgen er op de lange termijn voor dat je broek net wat minder strak zit. Hier komen er 16.
1. Houd (ongezonde) snacks achter gesloten deuren
Een fruitschaal gevuld met fruit nodigt uit om te eten, dat is alleen maar goed. Een doorzichtige koekjestrommel of een open keukenkastje gevuld met snacks heeft hetzelfde effect. Bewaar ongezonde tussendoortjes voortaan achter gesloten deuren. Want uit het zicht, is ook uit je hoofd.
2. Bepaal vooraf wat je wilt eten
Bepaal de hoeveelheden en weeg eventueel rijst, pasta en aardappelen af. Dit kan ook in een maatbeker of bij aardappelen per stuk.
3. Schep je eten in de keuken op
Zien eten, doet eten. Volle pannen of schalen op tafel zullen aanleiding geven om vaker op te scheppen. De pannen in de keuken laten staan en daar je eten op scheppen zal deze verleiding tegen gaan.
4. Eet niet uit de verpakking
De bodem van een zak chips is altijd veel dichterbij dan je denkt. Net zoals koekjes eerder op zijn, wanneer je ze uit de verpakking eet. Train jezelf erin om chips en andere snacks altijd in een bakje of schaaltje te leggen. Omdat je maag niet kan tellen, is het belangrijk dat je ziet hoeveel je eet. Tenzij je een zak worteltjes eet.
5. Maak een gezonde versie van een ongezonde maaltijd
Zin in een frietje? Dan stilt alleen een salade waarschijnlijk niet je lekkere trek. De Amerikaanse psychotherapeut Jonathan Alpert raadt aan om van een ongezonde maaltijd een gezondere versie te maken. Heb je zin in chips? Maak dan zelf groentechips. Zin in een vette hamburger? Kies voor een volkorenbroodje en een zelfgemaakte groenteburger. Trek in friet, stil het met zoete aardappel friet. Volgens de psychotherapeut raken je smaakpapillen en je brein vanzelf gewend aan deze gezondere maaltijden en vind je het uiteindelijk zelfs lekkerder.
6. Eet van een kleiner bord
In de loop der jaren zijn onze borden steeds groter geworden. In de jaren 50 was een bord gemiddeld 22 centimeter groot. Vandaag de dag is dat 27 centimeter. Hoe groter het bord, hoe kleiner de porties lijken, dus hoe meer je opschept.
Het is misschien niet handig als een pizza nét niet op je bord past, maar het heeft ook voordelen. Eigenlijk is het heel logisch: hoe kleiner je bord, hoe minder je eet. Op een kleiner bord lijken de porties namelijk groter, waardoor je eerder stopt met eten. Met een groot bord ben je geneigd om meer op te scheppen om de ruimte te vullen. Uit onderzoek van the University of Cambridge bleek dat een klein bord honderden calorieën per dag kan schelen.
7. Poets je tanden na het avondeten
De kans dat je naar een snack grijpt net nadat je tanden hebt gepoetst is klein. Daarom is het geen slecht idee om je tanden snel na het avondeten te poetsen. Dit ritueel geeft je brein het idee dat je zo gaat slapen. En de uitgesproken smaak van tandpasta nodigt je niet uit om te snacken. Wacht met het poetsen van je tanden wel een half uur na het eten, anders kan het je tandglazuur aantasten.
8. Kies voor kleiner bestek
Eten met stokjes; in het Westen vinden we het nogal omslachtig, maar dat is juist de kracht van eten met stokjes. Je eet ineens een stuk trager en wie langzamer eet, wordt minder snel dik. Tijdens de maaltijd duurt het 20 tot 30 minuten voor het voedsel in je maag is beland. Met normaal bestek heb je in die tijd makkelijk 2 volle borden naar binnen gewerkt, maar met stokjes lukt dat niet. Je krijgt dus het signaal ‘vol’ terwijl je nog aan het eten bent en zo krijg je minder calorieën binnen. Eten opscheppen met een kleinere opscheplepel werkt ook. Evenals eten met kleiner bestek.
9. Vul voor iedere maaltijd je eetdagboek in
Je neemt je dan al voor wat je gaat eten en achteraf invullen kost vaak te veel moeite dus je eraan houden is dan een uitdaging.
10. Eet ‘mindfulness’
Als je je bewust bent van wat je eet, eet je langzamer, bedachtzamer en zit je eerder vol. Dus neem de tijd voor het eten. Kauw goed en geniet van geur, aroma en smaak.
11. Drink uit een kleiner glas
Wat voor de borden geldt, geldt ook voor de drinkglazen. Wist jij dat 300 jaar geleden in Engeland de wijnglazen 7 keer zo klein waren? Vroeger waren ze eerder van het formaat ‘jeneverglaasje’. Vandaag wordt wijn vaak geschonken in een groot ballonglas, waardoor je de neiging hebt om er meer in te schenken. Of er een verband bestaat tussen deze grotere glazen – ook bij ons – en de toegenomen wijnconsumptie, is niet bewezen.
12. Zet een kookwekker klaar
Ben jij een snelle eter? Het is al eerder genoemd; het is beter om langzamer te eten. Het duurt ongeveer 20 minuten voordat je maag een vol gevoel doorgeeft aan je hersenen. Door een kookwekker op 20 minuten te zetten word je getriggerd om langzamer te eten. Langzaam eten heeft nog meer voordelen. Je voeding wordt beter opgenomen doordat je langer kauwt en je geniet langer van je maaltijd.
13. Kies de juiste kleur
Dit staat vast: kleur beïnvloedt je smaakperceptie. Ook de kleur van je serviesgoed.
● Zoute popcorn smaakt zouter in een wit kommetje en zoete popcorn zoeter in een gekleurd kommetje.
● Chocolademelk geserveerd in een oranje mok wordt als zoeter en geuriger ervaren dan dezelfde chocolademelk in een witte of rode mok.
● Yoghurt eten met een blauw lepeltje smaakt zouter dan met een rood, groen, zwart of wit lepeltje. Wellicht omdat veel zoute snacks een blauwe verpakking hebben.
Van een rood bord eet je dan weer het minst. Waarschijnlijk omdat rood de kleur is van gevaar, waardoor de eetlust onbewust wordt afgeremd. Ook voor drinken gaat dat op.
14. Het gewicht van de kom
Je kan beter kiezen voor porseleinen serviesgoed in plaats van plastic. Het is milieuvriendelijker én smaakvoller. Er is hierover een experiment met yoghurt geweest: de proefpersonen gaven aan dat de yoghurt in het zwaardere kommetje veel voller van smaak was en wellicht duurder dan (dezelfde) yoghurt in een lichtere kom.
Kommen en mokken zijn populairder dan ooit. Ook voor warme drankjes, soepen en oosterse gerechten. Het gewicht en de warmte van de kom geven een gevoel van troost en zorgen ervoor dat je de inhoud ervan meer waardeert. Nog een trucje: omdat je brein geen onderscheid maakt tussen voedsel en eetgerei, krijg je sneller een voldaan gevoel als je je kom in je handen houdt.
15. Kies voor de juiste contrastkleuren
Wil je minder eten, zorg dan voor zoveel mogelijk contrast tussen je bord en wat erop ligt. Als je dit doet creëer je een optische illusie: dezelfde portie vanille-ijs lijkt groter in een wit kommetje dan in een felgekleurd kommetje. Dat witte kommetje kun je beter reserveren voor chocolade-ijs als je de portie wilt beperken. Als het bord duidelijk een andere kleur heeft dan het eten, eten we ongeveer een vijfde minder.
Wat ook heel belangrijk is, is de kleur van je tafelkleed. De kans is groot dat je ongeveer 10 procent minder eet als het tafelkleed een andere kleur heeft dan het bord, omdat het contrast helpt om de rand van het bord te zien. Dat helpt bij het inschatten van de grootte van de portie. Een wit bord op een wit tafellaken is dus geen goed idee als je op dieet bent. Tenzij je een placemat in een contrasterende kleur gebruikt.
16. Kies de juiste plek op je bord
In de westerse cultuur wordt iets dat naar links wijst geassocieerd als verkeerd. Dat betekent dat wat naar rechts wijst wel oke is. Zo is het ook met naar boven (wel oke) en naar beneden (niet oke) wijzen. Je kunt met het plaatsen van eten op je bord hier rekening mee houden. Leg je groente rechtsboven op je bord en frietjes linksonder. Dat heeft zeker invloed op de beleving en het eetgedrag.